Ontwikkelingen Kritische prestatie indicatoren (KPI’s) melkveehouderij

Duurzaam produceren? Inzetten op natuurinclusieve landbouw? Biodiversiteit hoort daar ook bij: op en rond het erf, maar ook hoe bewerk ik mijn percelen en welke gewassen teel ik. De aanwezige biodiversiteit  kan je uitdrukken in Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s). Het is een score, die de duurzaamheid van een bedrijf aangeeft. Vergelijk het met Planet Proof en Caring Dary, als duurzaamheidsprogramma’s van zuivelbedrijven.

Voor de melkveehouderij is er de Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij ontwikkeld. Er zijn 7 indicatoren. Vijf ‘milieus KPI’s (de kringloopwijzer) en twee KPI’s voor natuur en landschap.  Met de totaalscore kan de markt (bank, afnemer producten, consument) een beloningsysteem maken, waarbij er bijvoorbeeld een hogere vergoeding uitgekeerd wordt, of juist met een lagere rente gerekend worden.

Om meer inzicht te krijgen in het werken met de KPI voor natuur en landschap én de KPI voor kruidenrijk grasland lopen er verschillende projecten, waar de Agrarische natuurvereniging Hollands Noorden bij betrokken is.

Pilot biodiversiteit melkveehouderij Noord-Holland

De CONO en de provincie Noord-Holland hebben aan de agrarische natuurverenigingen Waterland en Dijken en Hollands Noorden gevraagd om KPI’s natuur en landschap en de KPI kruidenrijk grasland  in kaart te brengen van verschillende bedrijven, die niet mee kunnen doen aan het agrarisch natuurbeheer. (Deze bedrijven liggen in zogenoemde witte gebieden).

Het verslag leest u hier.

 

Koeien en Kansen

Het project ‘Koeien & Kansen’ bestaat uit een groep van zestien enthousiaste melkveehouders over heel Nederland, die samen met onderzoekers van de Wageningen Livestock Research WUR de mogelijkheden van een duurzame melkveehouderij verder willen ontwikkelen. Ook de KPI’s voor natuur en landschap  en de KPI voor kruidenrijk grasland zijn per bedrijf bekeken en worden voor een aantal bedrijvende komende jaren gevolgd.

 

 

KPI-ICT

BoerenNatuur en de agrarische collectieven zijn vanaf het begin betrokken geweest bij het uitwerken van de Biodiversiteitsmonitor. De KPI’s kunnen geborgd en geregistreerd worden in een landelijk systeem SCAN-GIS. Om de score te kunnen bepalen wordt er een rekenmodel in het SCANGIS systeem bij ons collectief en collectief West-Brabant ingebouwd.  Een aantal van onze deelnemers doen dit jaar mee om het rekenmodel goed in te passen.  Er zijn hier ook een aantal akkerbouwers bij betrokken.

 

Een KPI is een cijfer dat een indicatie geeft van hoe goed een boerenbedrijf het doet op een bepaald aspect van duurzaamheid Aanleiding van deze pilot is onder andere gebaseerd op een marktvraag: de marktketen begint voorzichtig met het belonen van boeren voor het leveren van ecosysteemdiensten. Voorbeelden hiervan zijn de verschillende duurzaamheidsprogramma’s van zuivelbedrijven (bijvoorbeeld Foqus Planet of Caring Dairy), de Rabobank die duurzame boeren voordeel wil geven met een ‘groene’ lening en natuurlijk keurmerken (biologisch, On the Way to PlanetProof, Beterleven keurmerk). Tegelijkertijd beginnen ook overheden boeren met financiële middelen te prikkelen om duurzamer te gaan werken. Denk bijvoorbeeld aan de toekomstige eco-regelingen in het nieuwe GLB, aan verschillende provincies die experimenteren met het geven van beloningen en gemeentes die aantrekkelijke pachtconstructies bedenken. Veel van de bovengenoemde initiatieven werken of willen werken met Kritische Prestatie Indicatoren (KPIs) om de (hoogte van de) beloning op te baseren.

 

Zo wordt in de Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij voor het aspect ‘klimaat’ bijvoorbeeld de gemiddelde hoeveelheid CO2 per hectare en per liter melk als indicator gebruikt. Om afwenteling van het ene aspect op het andere te voorkomen (bijvoorbeeld: als een boer zijn CO2-voetafdruk wil verkleinen, gaat hij intensiveren, en zo misschien maatregelen nemen die niet bevorderlijk zijn voor het aspect ‘natuur’), is de consensus dat KPI’s alleen moeten worden gebruikt als integrale set. Deze set kan gewijzigd worden naar gelang het doel waar men naar toe wil werken. Voor het bevorderen van de biodiversiteit is er bijvoorbeeld de set KPI’s genaamd de Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij. Eenzelfde biodiversiteitsmonitor wordt ontwikkeld voor de akkerbouw. Voor het bevorderen van kringlooplandbouw is er een set kringlooplandbouw KPI’s in de maak.

 

In al deze trajecten komt naar voren dat KPI’s die (positieve of negatieve) impact van het boerenbedrijf op het landschap weergeven, een plek moeten krijgen om te stimuleren dat habitat van plant- en diersoorten op het platteland groeit en zo de curve van biodiversiteitsverlies wordt omgebogen naar biodiversiteitswinst. Bijvoorbeeld bij het proces van totstandkoming van de Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij (de eerst ontwikkelde van de bovengenoemde integrale sets) zijn de KPI Kruidenrijk Grasland en KPI Natuur en Landschap genoemd als noodzakelijke KPI’s .

 

BoerenNatuur en de agrarische collectieven zijn vanaf het begin betrokken geweest bij het uitwerken van de Biodiversiteitsmonitor. De core business van de collectieven is natuurlijk het uitvoeren van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) met hun leden de boeren, terwijl de vereniging BoerenNatuur hen daarbij ondersteunt, onder andere door het SCAN-ICT systeem te beheren waarin de collectieven de data van de deelnemende boeren registreren (zie bijlage 3 voor een impressie van SCAN-ICT). Op dit moment nemen ongeveer 10.000 boeren deel aan de ANLb-subsidieregeling. Aangezien BoerenNatuur de data van deze deelnemers in beheer heeft, is BoerenNatuur een logische partner in de ontwikkeling van deze 2 KPI’s voor de biodiversiteit. Daarnaast heeft SCAN-ICT een functie voor de boer, genaamd mijnboerennatuur.nl, waarin deelnemende boeren zelf kunnen zien welk beheer zij hebben (zie bijlage 2 voor een impressie van mijnboerennatuur.nl). De collectieven beschikken over gebiedsspecifieke kennis van natuur en landschap. BoerenNatuur is actief bezig met landelijke coördinatie en afstemming met de ketenpartijen rond het ontwikkelen van deze nieuwe verdienmodellen voor kringlooplandbouw of natuur-inclusieve landbouw

 

Uit de bedrijfsbezoeken in het gebied blijkt dat er behoefte is aan input voor belonen voor prestaties op vlak van biodiversiteit, natuur en landschap. Voordat er partijen boeren via KPI’s kunnen belonen is er een duidelijk en effectief systeem nodig om dit te faciliteren. De beloner kan een bank, afnemende partij, supermarkt of verwerkende industrie zijn. Maar ook de boer kan met een transparante KPI-score direct aan de consument tonen,  dat hij/zij actief een bijdrage levert aan  natuur en landschap. Op basis van de score kunnen boeren bepalen wat de mogelijkheden zijn om een hogere score te verkrijgen. Zo werkt een eenvoudig, inzichtelijk en uniform KPI-systeem als een stimulans voor boeren. Naast een financiële beloning zou het KPI-systeem gebruikt kunnen worden door overheid en boeren naar een meer gebiedsgerichte aanpak voor de kringlooplandbouw. Zo zou bijvoorbeeld een boer met een bepaalde KPI-score vrijstelling kunnen krijgen voor bepaalde wet- en regelgeving omdat de boer kan aantonen dat hij al aanvullende maatregelen neemt. Een reden voor vrijstelling van wet- en regelgeving kan ook zijn dat een bepaald beheerpakket het risico op hetgeen waar de wet- en regelgeving voor is bedoeld verkleind.

 

De rol van het agrarisch collectief is een belangrijke partner in door provincies gestelde gebiedsspecifieke opgaven in het buitengebied. Ook de agrarische collectieven hebben eigen doelen (zie hoofdstuk 4) die zij kunnen inbrengen bij advisering omtrent pakketten. Collectieven doen dit werk graag, het valt in lijn met de toekomstvisie die BoerenNatuur en de collectieven hebben over natuurinclusieve Landbouw (zie ook de position paper van BoerenNatuur uit 2017 hierover). Momenteel kost het de agrarische collectieven echter veel werk, omdat de KPI’s handmatig ingevoerd worden via losse rekentools. Bovendien leidt de handmatige invoering sneller tot kleine fouten. Dit alles moet worden afgevangen door een succesvolle uitrol uit de KPI-ICT pilot zoals nu wordt uitgevoerd.

 

Met het werkend inbouwen van de berekening van landelijke KPI-scores is er gaandeweg ook behoefte aan meer KPI’s. Binnen dit project worden ook met de deelnemers en collectieven in kaart gebracht hoe/welke KPI’s middels hetzelfde systeem van waarde zouden kunnen zijn om doorontwikkeld te worden. Een voorbeeld hiervan is een KPI over connectiviteit, oftewel hoe het beheer uit de uitgevoerde pakketten met elkaar samenhangt (op perceelniveau, boerderijniveau en regioniveau) blijkt behoefte uit de gebiedsdoelen gesteld door provincie en collectieven .

 

Oftewel; door het leveren van de gevraagde KPI’s uit de SCAN-ICT komt de gewenste stapeling van beloningen dichterbij, en daarmee ook de gewenste verdiencapaciteit van de boer. Daarnaast draagt de systematiek bij aan verbetering van inzicht in de knoppen. Een boer kan zelf aan deze knoppen draaien om de transitie naar natuurinclusieve kringlooplandbouw mogelijk te maken.

 

 

“ontwikkelingen Kritische prestatie indicatoren (KPI’s) melkveehouderij”

Deze worden o.a. toegepast in de volgende projecten:

Pilot biodiversiteit melkveehouderij Noord-Holland

Koeien en Kansen

KPI-ICT

Meer Projecten